Betty Bausch-Polak (1919) is getrouwd met Philip de Leeuw die in 1940 officier is in het Nederlandse leger. Na de overgave van Nederland gaan Betty en Philip onderduiken omdat ze Joods zijn. Uiteindelijk wordt Philip hoofd van de knokploeg Bilthoven. Hij wordt gepakt door de Duitsers en doodgeschoten. Betty heeft in de gevangenis gezeten, maar wordt vrijgelaten. Ze helpt bij voedseltochten. Na de oorlog helpt ze bij de opbouw van de Nederlandse agrarische sector, en vertrekt met haar nieuwe man naar Israël.